De Clomp 1912, 3704 KS Zeist
(030) 691 75 93 | info@zwangerinzeist.nl
Blog

Zwangerschapsdiabetes

Deze blog is het vervolg van: De suikertest tijdens de zwangerschap: wat je moet weten

if

Zwangerschapsdiabetes

In ons vorige blog heb je kunnen lezen hoe de suikertest in zijn werk gaat. De suikertest wordt uitgevoerd om te kijken of je zwangerschapssuikerziekte hebt. In dit blog lees je wat dat inhoudt.

Wanneer de uitslag van de suikertest afwijkend is, krijg je dat binnen drie dagen telefonisch te horen van één van de verloskundigen of assistenten: je hebt dan zwangerschapsdiabetes.

Ongeveer 5% van de vrouwen ontwikkelt deze vorm van diabetes, zonder dat je dus diabetes type 1 of 2 hebt. Je kan het zien als een soort tijdelijke aandoening die de gezondheid van jou en je baby kan beïnvloeden. In je zwangerschap maakt je lichaam verschillende hormonen aan. Deze hormonen zorgen ervoor dat je lichaam minder goed glucose kan opnemen uit je bloed. Dat is bij iedere zwangere vrouw in bepaalde mate het geval. Je hebt daardoor meer insuline nodig. Soms kan de alvleesklier de vraag om insuline echter niet meer aan. Het gevolg is dat de hoeveelheid glucose in je bloed teveel toeneemt. Met de hierboven beschreven suikertest kun je vaststellen of dat ook bij jou het geval is; je hebt dan zwangerschapsdiabetes.

Zwangerschapsdiabetes verhoogt het risico op een te zware baby, vroeggeboorte, of zelfs problemen voor de moeder, zoals een verhoogde kans op hoge bloeddruk en zwangerschapsvergiftiging.

Wat gebeurt er als je zwangerschapsdiabetes hebt?

Als je een positieve uitslag krijgt op de suikertest, zul je verwezen worden naar het ziekenhuis. Dit betekent niet meteen dat er iets ernstigs aan de hand is. Wel is het streven om binnen een week diabeteszorg op te starten. Je krijgt dan uitleg over diabetes en de implicaties daarvan. In veel gevallen kan de aandoening vervolgens goed onder controle worden gehouden door aanpassing van je dieet en leefstijl, zoals voldoende lichaamsbeweging. Er wordt je gevraagd om dagelijkse glucose dagcurves bij te houden, minimaal twee weken lang. Daarbij worden bepaalde streefwaardes in de gaten gehouden, zowel voor- als nadat je iets gegeten hebt. Een bloedsuikerspiegel die goed gereguleerd is, kan het risico op complicaties voor jou en je baby zoals hierboven genoemd aanzienlijk verlagen. Ook worden er groeiecho’s gemaakt om de 3 tot 4 weken. Het liefste wil je dat er daarvan twee gemaakt worden voordat je 36 weken zwanger bent. Bij de groeiecho’s worden de groei van je baby en de hoeveelheid vruchtwater beoordeeld.

Zijn je glucosewaardes goed, groeit je baby normaal en is de hoeveelheid vruchtwater ook normaal, dan kun je vaak weer terug naar je eigen verloskundige. Er wordt dan met je afgestemd dat je bijvoorbeeld nog wel glucose dagcurves bijhoudt. Blijft alles goed gaan, dan kun je ook met je eigen verloskundige bevallen. Na je bevalling kunnen de glucose dagcurves gestopt worden. Bij een normaal geboortegewicht is het niet nodig om de kinderarts te zien. Heeft je kindje een hoger geboortegewicht, dan kan er met je besproken worden om (tenminste gedurende de eerste 12 uur na de geboorte) glucosecontroles bij je baby te doen.

Blijven je glucosewaardes afwijkend, dan is soms medicatie (insuline) nodig om de bloedsuikerspiegel onder controle te houden. In dat geval zul je in je zwangerschap verder begeleid worden in het ziekenhuis en ook daar bevallen. De internist maakt ook afspraken met je over hoe vaak je na de bevalling nog glucose dagcurves bij moet houden. De internist zal de waardes met je opvolgen. Als je bevallen bent komt de kinderarts in consult en zijn glucosecontroles bij de baby geïndiceerd. Voor de nacontrole, meestal zo’n zes weken na je bevalling, prik je nog 1-2x een dagcurve.

Wel heb je een verhoogde kans op diabetes type 2. In de eerstvolgende vijf jaar is dat 50%. Daarom is jaarlijkse diabetescontrole geïndiceerd. Dat kan via de huisarts.

Na de bevalling zullen je bloedsuikerspiegels meestal weer snel normaal worden. Wel loop je later in je leven meer kans om diabetes type 2 te ontwikkelen. In de eerstvolgende vijf jaar is die kans zelfs 50%. Daarom wordt geadviseerd om jaarlijks een keer bij de huisarts op controle te gaan als je de diagnose zwangerschapsdiabetes hebt gehad.